De hond

Op deze pagina vind je informatie over de eerste dagen thuis van jouw pup. Wil je specifieke informatie verwijzen we je door naar de site van het LICG. Hier vind je voor heel wat rassen meer informatie.

Puppy in huis

Het opvoeden van een pup is moeilijk. Iedere keer kom je weer voor verrassingen te staan. Waarom komt ie niet, bij thuiskomst heeft ie het bankstel opgegeten, hij is bang voor de buurman en hij trekt zo aan de lijn. De grootste problemen ontstaan omdat wij het gedrag van onze hond niet begrijpen en hij niet zo goed weet wat wij nu precies bedoelen. En deze stoornis in de communicatie kan later voor veel problemen zorgen. Heel belangrijk, en eigenlijk ook heel leuk, is het om deze problemen te voorkomen. Dat kan op een voor de baas en de hond heel plezierig wijze. U moet gewoon een beetje hond worden. Dat betekent niet dat ook u buiten uw behoefte moet doen maar dat u zich in de hand moet verplaatsen en moet handelen op een voor hem begrijpelijke wijze. En dan komt alles voor elkaar.

De eerste dag

De eerste dag dat de pup in huis is, is hem nogal wat overkomen. Weg van de broertjes en zusjes, weg van de moeder en weg van het veilige nest. Hij is meegegaan in een nieuw verplaatsbaar territoriumpje waar nog geluid uit komt ook. Dan komen ze weer in een nieuw territorium, het huis, en daar krijgen ze de hele dag aandacht van hun nieuwe roedelgenoten.
Veel meer aandacht dan dat ze van hun moeder of de fokker kregen. Die moesten hun aandacht verdelen onder alle puppies. Nu moet u zich goed realiseren dat de pup die aandacht allemaal prachtig vindt maar dat u ook moet zorgen dat hij voldoende de gelegenheid krijgt om lekker te slapen en bij te komen van al die nieuwe indrukken die hij opdoet. En het grote voordeel van het feit dat een pup nog zo verschrikkelijk veel slaapt is dat u hem gelijk kunt wennen aan het alleen blijven. Elke keer als de pup aanstalten maakt om ergens in slaap te vallen, pakt u de pup op en brengt hem naar zijn mand. Die mand staat op de plek waar de hond later ook alleen moet blijven, zoals de keuken of de bijkeuken. U kriebelt vervolgens het pupje in slaap en als hij slaapt, legt u wat lekkers in de buurt en sluipt u op uw tenen DE PUP IS ALLEEN. Om de paar minuten gaat u eventjes, heel zachtjes natuurlijk, kijken of hij nog slaapt en op een gegeven moment zal u merken dat de pup lekker op het kluifje, dat u had achtergelaten ligt te knagen. Nog voordat hij zich zorgen begon te maken. Nu leert de pup dat u altijd terugkomt. Ook al bent u eventjes weggegaan.

De eerste nacht

De eerste nacht is vaak een heel moeilijke nacht voor de pup. Dat nieuwe territorium is helemaal nog niet vertrouwd en hij mist de steun van het nest, de fokker, zijn broertjes en zusjes en zijn moeder. Het is daarom helemaal niet zo gek de pup de eerste paar nachten gewoon mee te nemen naar de slaapkamer. Dit is tevens gemakkelijk voor het zindelijk maken. Als de pup na een paar dagen, waarin u het alleen blijven al heeft geoefend, uit zichzelf zijn mand opzoekt die in de keuken of de bijkeuken staat, dan kunt u hem ook ‘s nachts daar laten.

Zindelijk maken

Het zindelijk maken hoeft niet zo’n heel groot probleem te zijn. Sommige pups zijn wat sneller dan andere pups, maar de meeste mensen krijgen het toch voor elkaar. Regelmaat is hierbij het sleutelwoord. Als u de pup gaat halen legt u thuis alvast wat kranten neer bij de voordeur. Veel pups zijn gewend bij de fokker aan kranten om hun behoefte op te doen en zo gauw als u bent thuisgekomen zet u de pup eventjes op de kranten. De meeste pups weten dan gelijk dat ze daar liggen. Zet de pup vervolgens neer op zijn eigen plek. Op die plek ligt ook een nestlapje waar een vertrouwde geur aan zit. Dan weet de pup ook al direct dat dit zijn plaats is. Vrij snel zal nu het pupje wat gaan rondlopen en gaan snuffelen. Nu zal u hem in de gaten moeten gaan houden. De kans dat hij nu plast is vrij groot. Pak hem daarom voorzichtig op en breng hem naar de kranten bij de voordeur. Wacht tot hij geplast heeft en beloon hem vervolgens zeer uitbundig.

Is de pup eenmaal een beetje gewend aan het huis dan neemt u hem regelmatig eventjes mee naar buiten. Naar een plek waarvan u vindt dat hij daar later ook zijn behoefte mag doen. Hier wacht u net zolang totdat hij wat heeft gedaan en opnieuw beloont u hem dan uitbundig. Vervolgens gaat u weer gewoon naar binnen. Deze behoefte-uitjes vinden heel regelmatig plaats. De plek waar hij zijn behoefte mag doen is er natuurlijk één waar de behoefte van uw hond geen overlast veroorzaakt en/of waar het gemakkelijk is op te ruimen. Neem ook altijd een poepzakje mee, voor ongelukjes. Mocht uw hond dan iets achterlaten op de stoep of een speelveld voor kinderen dan vouwt u het zakje om uw hand, pakt vervolgens de uitwerpselen op en vouwt het zakje terug naar boven. Knoopje erin en weggooien in een vuilnisbak op straat of thuis. Zo gepiept.
Als uw hond in huis iets doet, of heeft gedaan dan heeft het geen zin hem hier met zijn neus doorheen te halen. Hier is nog nooit een hond sneller zindelijk van geworden. Ze worden alleen maar bang van u. En dat zal toch nooit de bedoeling zijn. Ook kunt u uw hond heel goed gaan observeren. Iedere hond vertoont heel specifiek snuffelgedrag als ze hun behoefte moeten doen. Ineens lopen ze anders met hun neus over de grond en ze draaien daarbij vaak rondjes. Op die momenten pakt u de pup natuurlijk ook op en gaat ermee naar buiten. Deze momenten treden het vaakst op na het eten, spelen en slapen. Wees hier dus op bedacht.

Honden en (kleine) kinderen

Vaak worden honden genomen omdat ze zo leuk en zo plezierig zijn voor kinderen. Enerzijds is dit natuurlijk waar. Kinderen en honden kunnen de beste maatjes worden. Anderzijds moeten de ouders zich wel realiseren, dat de nieuwigheid van de hond er snel vanaf gaat en dat kinderen het vaak leuker vinden om met hun vriendjes buiten te spelen, dan dat ze eerst de hond moeten uitlaten. Daar komt nog bij dat kinderen en honden op een heel andere wijze communiceren en dat onbegrip de basis kan zijn voor problemen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt natuurlijk bij de ouders.

Hoe communiceren honden

Honden communiceren voornamelijk via hun houding. Hiermee kunnen ze van alles aan elkaar en dus ook aan ons duidelijk maken.

Ze gebruiken hiervoor hun hele lichaam. Van kop, met oren, tot aan de staart. Als honden zich sterk voelen en willen imponeren dan maken ze zich groot. Ze doen hun oren naar voren, hun staart omhoog en gaan hoog op hun poten staan. Een andere hond kan vervolgens aangeven dat hij zich de mindere voelt door de staart omlaag te doen, de oren naar achter te dragen en’ iets door de poten te zakken.
Ook kijkt deze de sterkere niet aan. Voelt de ander zich ook sterk dan komt er wat lijfelijk imponeergedrag aan de beurt. Een kop wordt in de nek van de ander gelegd of zelfs een poot op de schouders. In het uiterste geval gaat de ene hond met beide voorpoten op de ander staan. Als de ander zich dan overgeeft zal de ‘sterke’ nog even helemaal over de ander heen gaan staan. Vervolgens loopt hij weg en zal de ‘lagere’ verder negeren. Accepteert de ander dit niet dan komt het vaak tot een confrontatie. En dat mogen wij als bazen natuurlijk niet toestaan. Wij zijn tenslotte de leider die bepaalt wat er gebeurt. Als een hond zelf wil aangeven dat hij de lagere is zal hij op alle mogelijke manieren proberen te ‘slijmen’ om zo in de gunst van de hogere te komen. Hij gaat er kruipend op af, geeft pootjes vanuit een hele lage positie, likt de mondhoeken van de ander, draait op zijn zij of gaat helemaal op zijn rug liggen en kan daar zelfs een beetje bij plassen. Als de hogere daar geen zin in heeft zal hij de ander waarschuwen door te grommen en bij niet ophouden kan hij zelfs een snauw geven. Ondanks het feit dat de ander zich heel klein heeft gemaakt.

Kruipende kinderen maken zich vaak ook klein
Kruipende kinderen zijn ook de wereld aan het ontdekken. Een hond zien ze eigenlijk niet anders dan een teddybeer. Stel u eens voor dat de hond lekker in zijn mand ligt en het kind dat ziet. Deze kruipt er naar toe en maakt zich dus klein in de ogen van de hond. De hond heeft geen zin in dat kind en gromt. Het kind vindt de hond hierdoor alleen maar leuker want er komt nog geluid uit ook. Het kind kruipt verder. De hond laat zijn tanden zien tot nog grotere hilariteit van het kind. Het kind probeert vervolgens of die oren wel helemaal vastzitten of hoever hij met zijn vingertjes in de neus van de hond kan komen. De hond bijt. Het vervelendste hierbij is dat kinderen in dit soort situaties, bijna altijd met hun gezichtje op bijthoogte zitten. De hond is hierdoor helemaal niet vals geworden. Het kind is ook geen pestkop. De ouders hebben hier gefaald door niet in te grijpen in een situatie waarbij onbegrip de basis voor het probleem was. Het kan ook andersom. Het kind ligt te spelen op de grond
en is dus in de ogen van de hond klein. De hond wil zijn eigen positie bevestigen en loopt op hoge poten op het kind af en gaat ‘eroverheen staan’. De meeste bazen vinden dit prachtig want de hond beschermt het kind. Niets is minder waar. De hond probeert te imponeren en dit mag hij nooit doen ten opzichte van kinderen.

Betrek kinderen in de opvoeding

Als u met uw pup naar een cursus gaat zult u huiswerk meekrijgen. U moet uw hond leren zitten, liggen, staan en komen op commando, leren loslaten, leren mee te wandelen zonder trekken enzovoorts. Op de cursus leert u welke methode u hiervoor het best kunt gebruiken, thuis moet u dit oefenen. Betrek uw kinderen hierin. Laat ook zij, onder uw toezicht, commando’s geven. U leert de hond hiermee dat ook de kinderen hoger staan in de rangorde. Als de kinderen spelen met de hond moeten ook zij winnen. Zij beginnen en eindigen het spel. Ook hier kunt u weer helpen. Want als leider bepaalt u wie er hoger is: de hond of het kind.

De beste maatjes

Is de hond goed opgevoed en zijn de kinderen op de juiste manier betrokken in die opvoeding dan kunnen honden en kinderen inderdaad de beste maatjes worden. Het is verschrikkelijk leuk om te zien hoe ze dan samen kunnen spelen. Balletjes weggooien, verstoppertje spelen, knuffelen en ravotten horen allemaal tot de mogelijkheden. En als de kinderen in de puberteit zijn, heeft een hond altijd een gewillig oor.